Van uil en poes

Mijn moeder was dol op het kinderrijmpje ‘Uil en Poes’ van Edward Lear toen ze het in de jaren '60 en '70 voorlas aan haar drie jonge, dromerige meisjes. Toen we jong waren, was het kinderrijmpje haar manier om ons tot rust te brengen of in slaap te krijgen. Het rijmpje moet haar avontuurlijke ‘ik’  hebben aangesproken. ‘Uil en Poes’ vertelt een verhaal van vreemde liefde, een uil en een poes die op een overzees avontuur gaan. Dit onwaarschijnlijke duo proeft nieuwe smaken en ziet spannende verre landen in hun erwtengroene boot en wordt smoorverliefd na een ontroerende serenade door de uil. 

Mama deed moeite om dit gedicht aan ieder van ons te leren. Ze zong het voor ons als we ziek waren, wanneer we ons verveelden tijdens lange autoritten, of als we te slaperig waren om onze ogen te sluiten. Ik denk dat in haar gedachten dit ongewone liefdesverhaal haar wens voor ons uitdrukte om iemand te vinden die nieuwsgierig en avontuurlijk is en van hem of haar te houden, ongeacht hoe ze er van buiten uitzien, of ze nu man, vrouw, uil, poes, vleermuis of rat zijn.

En nu, als mama verveeld of moe is, betrap ik me erop dat ook ik teruggrijp naar ‘Uil en Poes’. Als ik dan de eerste regels zeg, gaat mama rechtop zitten en zegt ze de drie coupletten en de drieëndertig regels van ‘Uil en Poes’ uit haar hoofd op. In ons hoofd zijn we dan even weer op avontuur langs verre landen en met onwaarschijnlijke ontmoetingen.

Tip:
Het herhalen van warme rituelen uit het verleden kan helpen om verveling tegen te gaan, maar is evenzeer een middel om contact te hebben en een veilig gevoel te creëren.